Gij die daarboven in het want Van tussen de kantelen Muziek zo fijn als Lierse kant De stad door laat spelen
Er zijn er voor wie de muziek Er is om op te dansen Maar liever is mij uw kantiek Vanaf die spitse transen
De mensen zien niet meer omhoog Ze kijken naar beneden En lopen met een grote boog Omheen dat ver verleden Zo deelt de klepel per kwartier De tijd die rest in stukken De deuntjes dienen voor 't vertier De slagen voor de ongelukken
De tonen klinken over 't plein Tot over de kaaien De Schelde af tot bij het Schijn Tot waar de wind wil waaien